WR 2017/55
Insolventie – schadevergoeding: faillissement huurder; opzegging door curator; leegstandschade en andere schadeposten geclaimd onder bankgarantie; ongerechtvaardigde verrijking verhuurder? regres bank op boedel? (Vervolg op WR 2015/131)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/04256
- Noot
Mr. J.K. Six-Hummel
- Roepnaam
Bouwgros
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS926016:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:278, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1078, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2015
- Wetingang
Essentie
Insolventie – schadevergoeding: faillissement huurder; opzegging door curator; leegstandschade en andere schadeposten geclaimd onder bankgarantie; ongerechtvaardigde verrijking verhuurder? regres bank op boedel? (Vervolg op WR 2015/131)
Samenvatting
Toepassing en uitwerking van HR 14 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3534, WR 2011/44 (Aukema/Uni-Invest) en HR 15 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1244 (Romania Beheer). Een beding waarbij de huurder zich heeft verplicht tot vergoeding van de schade die de verhuurder lijdt door een voortijdig einde van de huurovereenkomst als gevolg van het faillissement van de huurder, is niet nietig jegens de gefailleerde huurder zelf. Ingeval ...