NJB 2015/110
De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in een uitspraak van 8 december 2014 het voorlopige oordeel gegeven dat de door Uber aangeboden dienst UberPOP in strijd is met de geldende taxiwetgeving. Chauffeurs die met UberPOP tegen betaling personen vervoeren in een auto overtreden de wet als zij niet over een taxivergunning beschikken. In die gevallen overtreedt ook Uber de wet, omdat zij nauw met deze chauffeurs samenwerkt en meedeelt in hun opbrengsten. Het verzoek van Uber om een voorlopige voorziening, waardoor Uber in afwachting van een definitieve rechterlijke uitspraak zou kunnen doorgaan met UberPOP zonder dwangsommen te moeten betalen, is afgewezen
CBb 08-12-2014, ECLI:NL:CBB:2014:450
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
8 december 2014
- Magistraten
Mr. E. Dijt
- Zaaknummer
AWB 14/726
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2014:450, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 08‑12‑2014
- Wetingang
(WPV 2000)
Essentie
De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft in een uitspraak van 8 december 2014 het voorlopige oordeel gegeven dat de door Uber aangeboden dienst UberPOP in strijd is met de geldende taxiwetgeving. Chauffeurs die met UberPOP tegen betaling personen vervoeren in een auto overtreden de wet als zij niet over een taxivergunning beschikken. In die gevallen overtreedt ook Uber de wet, omdat zij nauw met deze chauffeurs samenwerkt en meedeelt in hun opbrengsten. Het verzoek van Uber om een voorlopige voorziening, waardoor Uber in afwachting van een definitieve rechterlijke uitspraak zou kunnen doorgaan met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.