NJ 1953/370
Plaatsing buiten gezinsverband door Kinderrechter.
HR 17-03-1953, ECLI:NL:HR:1953:119, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 maart 1953
- Magistraten
Mrs Fick, Feber, Vrij, van Berckel, Haga
- Zaaknummer
[17031953/NJ_1953-370]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167081:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1953:119, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑03‑1953
- Wetingang
(BW art. 371; Sr art. 280.)
Essentie
Plaatsing buiten gezinsverband door Kinderrechter.
Samenvatting
Bij een ondertoezichtstelling moeten wel van de in de artt. 372, 372a en 372b B. W. geregelde „bijzondere maatregelen", welke als maatregelen van procedure, van onderzoek en van bijzondere tucht, de Kinderrechter bevoegd is te bevelen, onderscheiden worden de in art. 371 bedoelde „in het belang van het kind te nemen maatregelen" welke, als betreffende de verzorging en opvoeding van het kind, door den ouder worden genomen, zo nodig overeenkomstig aanwijzing van den gezinsvoogd oi, ingeval bij meningsverschil omtrent den maatregel de ouder de beslissing van den Kinderrechter inroept, overeenkomstig diens beslissing over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.