Einde inhoudsopgave
Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk
Artikel 2.6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
14-06-2012, Stcrt. 2012, 11957 (uitgifte: 21-06-2012, regelingnummer: IENM/BSK-1012/109051)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2012, Stcrt. 2012, 11957 (uitgifte: 21-06-2012, regelingnummer: IENM/BSK-1012/109051)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Vuurwerk wordt stabiel opgesteld.
2.
De bij het ontbranden van vuurwerk te gebruiken apparatuur en materialen zijn deugdelijk en onbeschadigd en zijn voldoende bestand tegen het disfunctioneren van vuurwerk.
3.
Vuurwerk dat loodrecht ten opzichte van het grondvlak is gemonteerd, maar schuin wordt opgesteld, wordt zodanig opgesteld dat de richting waarin het vuurwerk wordt afgestoken een hoek vormt van minimaal 60 graden met het horizontale vlak.
4.
Romeinse kaarsen staan direct op de ondergrond of in een daarvoor geschikte constructie.
5.
Constructies en ondergrond die worden gebruikt voor het opstellen van vuurwerk zijn brandveilig.