RvdW 2016/377
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Verband tussen de bevoegdheidsregels van hoofdstuk II, afdeling 5 (art. 18-21) inzake individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst, van art. 5:1, inzake verbintenissen uit overeenkomst, en van art. 5:3, inzake verbintenissen uit onrechtmatige daad; vordering tot verklaring voor recht en tot schadevergoeding van vennootschap tegen bestuurder wegens onbehoorlijke taakvervulling en onrechtmatig handelen.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 september 2015
- Magistraten
M. Ilešič, A. Ó Caoimh, C. Toader, E. Jarašiūnas, C.G. Fernlund
- Zaaknummer
C-47/14
- Conclusie
A-G P. Cruz Villalón
- Roepnaam
Holterman Ferho Exploitatie e.a.
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:574, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑09‑2015
ECLI:EU:C:2015:309, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 07‑05‑2015
- Wetingang
Art. 5:1, 5:3, 18-21 Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening)
Essentie
Holterman Ferho Exploitatie BV e.a. tegen Friedrich Leopold Freiherr Spies von Büllesheim
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 24 januari 2014.
EEX-Verordening. Bevoegdheid. Verband tussen de bevoegdheidsregels van hoofdstuk II, afdeling 5 (art. 18-21) inzake individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst, van art. 5, punt 1, inzake verbintenissen uit overeenkomst, en van art. 5, punt 3, inzake verbintenissen uit onrechtmatige daad; vordering tot verklaring voor recht en tot schadevergoeding van vennootschap tegen bestuurder wegens onbehoorlijke taakvervulling en onrechtmatig handelen.
De bepalingen van Hoofdstuk ...