AB 2018/296
Staat dient door eiseres geleden materiële schade wegens het niet-naleven van de hoge zorgvuldigheidsnormen door de Raad voor de Kinderbescherming bij het opstellen van een rapport te vergoeden.
Rb. Den Haag 18-04-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:6825, m.nt. A.C. Hendriks
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
18 april 2018
- Magistraten
Mrs. D.R. Glass, M.J. Alt-van Endt, W.A. van Osch
- Zaaknummer
C-09-529421-HA ZA 17-324
- Noot
A.C. Hendriks
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177178:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2018:11623, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 19‑09‑2018
ECLI:NL:RBDHA:2018:6825, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 18‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Vergoedingsplicht Staat wegens niet naleven hoge zorgvuldigheidsnormen door Raad voor de Kinderbescherming bij opstellen rapport.
Samenvatting
Vaststaat dat de raad de gewraakte passage heeft verwijderd nadat eiseres daartegen een gegronde klacht had ingediend. De Staat heeft in dit geding terecht erkend dat de verwijten 3 tot en met 5 juist zijn. Reeds hieruit volgt dat de raad bij het opstellen van het oorspronkelijke rapport de op hem rustende, hoge, zorgvuldigheidsnormen heeft geschonden. Anders dan de Staat meent komt aan het oorspronkelijke rapport niet het onrechtmatige karakter te ontvallen, doordat de raad nadien het gerectificeerde rapport aan het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.