Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1182/2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit, tot wijziging van de Richtlijnen 2001/112/EG en 2001/113/EG en de Verordeningen (EEG) nr. 827/68, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2826/2000, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 318/2006 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2202/96
Artikel 13 Goedkeuring van operationele programma's
Geldend
Geldend vanaf 06-11-2007
- Bronpublicatie:
26-09-2007, PbEU 2007, L 273 (uitgifte: 17-10-2007, regelingnummer: 1182/2007)
- Inwerkingtreding
06-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-09-2007, PbEU 2007, L 273 (uitgifte: 17-10-2007, regelingnummer: 1182/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
1.
Ontwerpen van operationele programma's worden voorgelegd aan de bevoegde nationale autoriteiten, die ze met inachtneming van het bepaalde in dit hoofdstuk goedkeuren, afwijzen of voor wijziging terugzenden.
2.
De telersverenigingen delen de raming van de middelen van het actiefonds voor elk jaar mee aan de lidstaat en leggen een passende motivering voor die gebaseerd is op de ramingen van het operationele programma, op de uitgaven van het lopende jaar en eventueel van de voorgaande jaren, alsmede indien nodig op de ramingen van de productiehoeveelheden van het volgende jaar.
3.
De lidstaat stelt de telersvereniging of de groepering van telersverenigingen in kennis van de raming van de binnen de in artikel 10 aangegeven grenzen vastgestelde communautaire financiële steun.
4.
De betalingen van de communautaire financiële steun vinden plaats naar gelang van de uitgaven voor de acties in het kader van het operationele programma. Voor diezelfde acties kunnen voorschotten worden toegekend, mits deze gedekt worden door een garantie of een zekerheid.
5.
De telersvereniging stelt de lidstaat in kennis van het definitieve bedrag van de uitgaven van het voorgaande jaar en legt de nodige bewijzen voor teneinde het saldo van de communautaire financiële steun te kunnen ontvangen.
6.
De operationele programma's en de financiering ervan enerzijds door de telers en de telersverenigingen en anderzijds uit communautaire middelen lopen ten minste drie en ten hoogste vijf jaar.