NJB 2015/1637
Wet Bopz. Geneesheer-directeur. HR: In het geval dat de betrokkene reeds vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, moet bij het verzoek om een voorlopige machtiging een verklaring worden overgelegd van de geneesheer-directeur. Voldoende is dat de geneesheer-directeur de door de psychiater opgemaakte geneeskundige verklaring (mede) ondertekent
HR 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2533
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/02265
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1716, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2015
- Wetingang
(Wet Bopz art. 2 lid 4, 5 lid 1)
Essentie
Wet Bopz. Geneesheer-directeur. HR: In het geval dat de betrokkene reeds vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, moet bij het verzoek om een voorlopige machtiging een verklaring worden overgelegd van de geneesheer-directeur. Voldoende is dat de geneesheer-directeur de door de psychiater opgemaakte geneeskundige verklaring (mede) ondertekent
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht een voorlopige machtiging te verlenen betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en te doen verblijven. Bij het verzoekschrift is onder meer een geneeskundige verklaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.