Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende FIOD dossier, nummer 51693, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (onderzoek Mount Nepal, inhoudende 28 ordners). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. AH staat voor ambtshandeling, ZPV staat voor zaaksproces-verbaal, V staat voor proces-verbaal van verhoor verdachte
Hof Arnhem-Leeuwarden, 06-06-2018, nr. 21-003108-16
ECLI:NL:GHARL:2018:5568, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
06-06-2018
- Zaaknummer
21-003108-16
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2018:5568, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 06‑06‑2018; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2016:4197, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:579, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Uitspraak 06‑06‑2018
Inhoudsindicatie
Ontneming in Mega-onderzoek Mount Nepal, waarbij door medewerkers van SNSPF onderling betalingsafspraken werden gemaakt en een deel van de uurvergoeding van SNSPF werd doorbetaald aan andere SNSPF-medewerkers.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003108-16
Uitspraak d.d.: 6 juni 2018
TEGENSPRAAK
ONTNEMINGSZAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 20 mei 2016 met parketnummer 16-994047-14 op de vordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, in de zaak tegen
[veroordeelde] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] .
Het hoger beroep
De veroordeelde heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 november 2017 (regiezitting), 4 april 2018, 18 april 2018 (inhoudelijke behandelingen) en 23 mei 2018 (sluiting onderzoek) en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank. De vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door de vertegenwoordiger van veroordeelde en haar raadslieden, mr. M.G. Pekkeriet en mr. A.C. Huisman, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich niet met het vonnis waarvan beroep, zodat dit behoort te worden vernietigd. Het hof doet daarom opnieuw recht.
Vordering
De inleidende vordering van de officier van justitie strekt tot het aan [veroordeelde] (hierna: [veroordeelde] ) opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel van € 48.173.
De rechtbank heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op € 40.378 en aan de veroordeelde de verplichting opgelegd dit bedrag aan de Staat te betalen.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat het vonnis van de rechtbank wordt bevestigd.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat primair OM niet-ontvankelijk in de vordering dient te worden verklaard (feiten onbewezen), subsidiair dat de vordering dient te worden afgewezen (geen voordeel uit het bewezen strafbare feit) en meer subsidiair vaststelling van het voordeel tot een bedrag groot € 40.378,16.
Oordeel hof
Bij arresten van dit hof van 6 juni 2018 zijn [betrokkene 1] en zijn vennootschap [veroordeelde] veroordeeld ter zake van onder meer valsheid in geschrifte en deelnemen aan een criminele organisatie.
Uit het strafdossier en bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat [betrokkene 1] en/of zijn vennootschap door middel van en/of uit de baten van deze feiten wederrechtelijk voordeel hebben verkregen.
De berekening van de hoogte hiervan en de gebezigde bewijsmiddelen worden hieronder nader uitgewerkt.
Wederrechtelijk verkregen voordeel1.
Het hof gebruikt als grondslag voor de schatting van de hoogte van het wederrechtelijk voordeel het onder 1 genoemde Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel.
[betrokkene 1] , bestuurder van veroordeelde, was via zijn vennootschap [bedrijf] BV werkzaam bij SNS Property Finance (hierna SNSPF).2.
[betrokkene 1] , heeft met [betrokkene 2] de afspraak gemaakt dat hij van zijn werkzaamheden bij SNSPF een aanbreng-/bemiddelingsfee van € 75,- per door [betrokkene 1] gewerkt uur bij SNSPF aan [betrokkene 2] zou betalen. Op verzoek van [betrokkene 2] is de betaling van de fee door een aan [betrokkene 3] gelieerde vennootschap gefactureerd en is aan die vennootschap ook betaald.3.
[betrokkene 4] heeft verklaard dat via hem [betrokkene 5] en [betrokkene 6] zijn komen werken bij SNSPF. In een gesprek met [betrokkene 2] , waarbij ook [betrokkene 1] aanwezig was, heeft [betrokkene 4] aangegeven dat hij het wel redelijk zou vinden dat hij en [betrokkene 1] voor het aanbrengen van deze medewerkers een correctie op hun te betalen fee zouden ontvangen. [betrokkene 2] stelde voor dat zij € 7,50 per medewerker zouden krijgen. [betrokkene 1] heeft hiervoor via [veroordeelde] facturen gestuurd aan [betrokkene 3] met daarop dezelfde omschrijving als de facturen die hij van [betrokkene 3] ontving: 'adviesdiensten'.4.
Op de bankrekening van [veroordeelde] is een totaalbedrag van € 40.378,-- (exclusief btw) ontvangen.5.6.Nu [veroordeelde] op geen enkele wijze bemoeienis heeft gehad met de bemiddeling die aan de terugbetaling van de kickbackfee ten grondslag lag, heeft [veroordeelde] dit bedrag wederrechtelijk verkregen.
Gesteld noch gebleken is dat [betrokkene 1] of zijn vennootschap kosten hebben gemaakt die in directe relatie staan tot de voltooiing van voornoemde delicten. Er worden dan ook geen kosten in mindering gebracht bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat wederrechtelijk voordeel is verkregen van in totaal € 40.378,-- (exclusief btw).
Conclusie
Het hof stelt vast dat door middel van en/of uit de baten van de bewezenverklaarde feiten wederrechtelijk voordeel is verkregen van in totaal € 40.378,- (exclusief btw).
Vasstelling wederrechtelijk verkregen voordeel en verplichting tot betaling
Gelet op al het voorgaande stelt het hof vast dat [veroordeelde] in totaal € 40.378,- wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en legt voor dit bedrag de betalingsverplichting op. De vordering wordt voor het overige afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Dit voorschrift is toegepast, zoals het gold ten tijde van de procedure.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 40.378,-- (veertigduizend driehonderdachtenzeventig euro).
Legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van € 40.378,-- (veertigduizend driehonderdachtenzeventig euro).
Wijst de vordering voor het overige af.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R. de Groot en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van B.J. Berendsen en mr. G.W. Jansink, griffiers,
en op 6 juni 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 06‑06‑2018
AH-068, pagina 10
V12-01, pagina 5
V11-01, pagina 8
Het Rapport wederrechtelijk verkregen voordeel genoemd die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende FIOD dossier, Gefisnummer 51750/6, volgens de daar toegepaste nummering (onderzoek Mount Nepal, inhoudende 28 ordners). Daarbij gaat het om een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel, pagina 14