NJ 1926, p. 1379
HR, 29-10-1926
HR 29-10-1926, ECLI:NL:HR:1926:121, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 oktober 1926
- Magistraten
Mrs. Bosch, Visser, van den Dries, Schepel en van Gelein Vitringa.
- Zaaknummer
[29101926/NJ_1926,_p._1379]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS101112:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1926:121, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑10‑1926
- Wetingang
Samenvatting
Bij een schadevordering uit onr. daad wegens onr. gelegde beslagen is het stellen van schadefactoren voor de ontvankelijkheid der vordering niet vereischt.
Onjuist zijn de door het Hof voor de niet-ontvankelijkverklaring aangevoerde gronden, dat een gedaagde zich tegen een dagvaarding, waarin niet de schadefactoren zijn gesteld, niet behoorlijk kan verdedigen en dat het den rechter onmogelijk zou worden gemaakt om, overeenkomstig art. 612 Bv., het beloop der schade, zoo eenigszins mogelijk, reeds dadelijk te begrooten en bij zijn vonnis vast te stellen.
Partij(en)
E. Scholtmeijer, wonende te Alkmaar, eischer tot cassatie van een arrest van het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.