Rb. Limburg, 26-05-2020, nr. 8371491 AZ VERZ 20-28
ECLI:NL:RBLIM:2020:4974
- Instantie
Rechtbank Limburg
- Datum
26-05-2020
- Zaaknummer
8371491 AZ VERZ 20-28
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBLIM:2020:4974, Uitspraak, Rechtbank Limburg, 26‑05‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
AR-Updates.nl 2020-0857
VAAN-AR-Updates.nl 2020-0857
Uitspraak 26‑05‑2020
Inhoudsindicatie
Aanzegvergoeding afgewezen
Partij(en)
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 8371491 AZ VERZ 20-28
Beschikking van de kantonrechter van 26 mei 2020
in de zaak van
[verzoeker] ,
wonend in [woonplaats] aan de [adres] ,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. T.L. Kwantes
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid volta solar b.v.,
gevestigd in (6422 PN) Heerlen aan de Eisterweg 6,
verwerende partij,
gemachtigde mr. M.M.J.F. Sijben.
Partijen worden hierna [verzoeker] en Volta genoemd.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het op 6 maart 2020 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- -
het verweerschrift
- -
de mondelinge behandeling van de zaak ter zitting van 19 mei 2020.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.
2. De feiten
2.1.
[verzoeker] werkte vanaf 8 januari 2018 al zakelijk adviseur en sales engineer PV systemen bij Volta, aanvankelijk als uitzendkracht en vanaf 1 mei 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tot en met 7 januari 2020) met Volta.
Zijn laatstverdiende loon bedroeg € 2.400,00 per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
2.2.
[verzoeker] heeft in de derde week van november via een teammanager van Volta (zo volgt uit de naar aard en inhoud onbetwist gebleven schriftelijke verklaring van bedoelde teammanager, welke verklaring als bijlage 2 bij het verweerschrift in het geding is gebracht) een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever aanvaard, waar hij aansluitend na de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met Volta in dienst is getreden.
2.3.
Volta heeft [verzoeker] niet schriftelijk geïnformeerd omtrent het (al dan) niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7:668 lid 1 BW.
2.4.
Volta heeft in februari 2020 aan [verzoeker] € 946,88 bruto betaald ten titel van de transitievergoeding ex art. 7:673 BW.
3. Het verzoek
3.1.
[verzoeker] verzoekt de veroordeling van Volta tot betaling van de aanzegvergoeding ex art. 7:668 lid 3 BW ad € 2.400,00 bruto en tot betaling van
€ 781,12 bruto als zijnde het onbetaald gelaten deel van de transitievergoeding, beide vergoedingen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2020, een en ander onder verwijzing van Volta is de proceskosten.
3.2.
Volgens [verzoeker] bedraagt de verschuldigde transitievergoeding € 1.728,00 bruto, derhalve € 781,12 bruto meer dan hetgeen Volta in dat kader betaald heeft. De aanzegvergoeding is verschuldigd op grond van de wet, aldus [verzoeker] .
4. De beoordeling
4.1.
Ter zitting heeft Volta erkend de transitievergoeding verschuldigd te zijn zoals door [verzoeker] is verzocht, zodat dat onderdeel van het verzoek zal worden toegewezen inclusief rente.
4.2.
Ten aanzien van de aanzegvergoeding oordeelt de kantonrechter dat het in de onderhavige situatie, waarin [verzoeker] in de derde week van november en via een teammanager van Volta een baan elders heeft aanvaard aansluitend aan zijn arbeidsovereenkomst bij Volta (dus vanaf 8 januari 2020) en ook daadwerkelijk bij die andere werkgever in dienst is getreden, toekenning van een ten laste van de werkgever komende aanzegvergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Beide partijen waren er immers reeds in de derde week van november van op de hoogte dat [verzoeker] aansluitend elders werk had aanvaard, zodat het schriftelijk informeren over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst met Volta geen reëel doel meer zou dienen. Dit onderdeel van het verzoek zal daarom worden afgewezen.
4.3.
In het gegeven dat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Volta om aan [verzoeker] € 781,12 bruto te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 februari 2020 tot aan de dag van voldoening;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK