NJ 1952/675
HR, 26-02-1952
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 1952
- Magistraten
Mrs Fick, Vrij, van Berckel, Westerouen van Meeteren, Haga
- Zaaknummer
[261952/NJ_1952-675]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS134593:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:10, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑1952
- Wetingang
(Sv art. 359.)
Samenvatting
Het stond den rechter vrij, tot het bewijs te doen meewerken een p.-v. relaterende verklaringen nopens door req. gepleegde feiten soortgelijk aan de hem telastegelegde.
Daaraan doet ook niet af de omstandigheid dat req. van de eerstbedoelde feiten was vrijgesproken, hoedanige beslissing immers niet inhoudt, dat die feiten niet zijn geschied, doch slechts dat het bewijs daarvan op den voet van art. 338 Sv. niet is geleverd.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van C. J. K., te ‘s-G., req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te ‘s-Gravenhage van 5 Juli 1951, houdende in hoger beroep ...