Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 642f [Schorsing procedures op initiatief schuldenaar. Sanctie]
Geldend
Geldend vanaf 15-10-2005
- Redactionele toelichting
Op de verdere behandeling door een gerecht van zaken die op de datum van inwerkingtreding van deze wijziging bij dat gerecht aanhangig zijn, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging. Op de mogelijkheid van en de termijn voor het aanwenden van een rechtsmiddel tegen een beslissing van een gerecht, die voor de datum van inwerkingtreding in deze wijziging is tot stand gekomen, blijft het recht van toepassing zoals het gold voor de datum van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
08-09-2005, Stb. 2005, 455 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 28863)
- Inwerkingtreding
15-10-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2005, Stb. 2005, 484 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Binnenvaart
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
Indien aan de in artikel 642e gestelde vereisten is voldaan, worden procedures terzake van vorderingen waarvoor het fonds is gesteld, geschorst overeenkomstig artikel 225, tweede lid, eerste zin, ook al waren deze reeds in staat van wijzen.
2.
Behoudens de gevallen bedoeld in het derde lid wordt na schorsing van een hangende procedure het geding op verzoek van de meest gerede partij van de rol afgevoerd, wanneer
- a.
het verzoek van de schuldeiser tot verificatie als bedoeld in artikel 642l is afgewezen of
- b.
de staat van verdeling bedoeld in artikel 642v op de in dat artikel genoemde wijze is vastgesteld of
- c.
de vordering van de schuldeiser ingevolge artikel 642w is tenietgegaan.
3.
Het geschorste geding wordt hervat, indien
- a.
alsnog onherroepelijk wordt beslist dat de schuldenaar zijn aansprakelijkheid niet kan beperken of
- b.
in een der in het tweede lid bedoelde gevallen de schuldenaar de veroordeling van de schuldeiser in de kosten van het geding vordert.
4.
Blijft een beroep op schorsing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel achterwege, dan verliest een schuldenaar de bevoegdheid jegens de betrokken schuldeiser beroep te doen op zijn beperkte aansprakelijkheid.
5.
Op de schorsing en de hervatting van het geding zijn artikel 225, tweede lid, tweede zin, en derde lid, en artikel 227 van overeenkomstige toepassing.