Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting, enz. (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Artikel XII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1997
- Bronpublicatie:
13-12-1996, Stb. 1996, 652 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 24761)
- Inwerkingtreding
01-01-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-1996, Stb. 1996, 652 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 24761)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
1.
Ten aanzien van een lichaam dat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet niet langer als een beleggingsinstelling wenst te worden aangemerkt, blijft artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 op verzoek van het lichaam buiten toepassing en bedraagt de belasting, voor zover in het belastbare bedrag van het jaar is begrepen de herbeleggingsreserve en de afrondingsreserve welke ingevolge artikel 10, derde lid, tweede volzin, van het Besluit beleggingsinstellingen in de winst van dat jaar zijn opgenomen, in afwijking in zoverre van artikel 22 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, 15 percent.
2.
Ten aanzien van een lichaam dat op de voet van het eerste lid niet langer als een beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt aangemerkt en bij het einde van de statusperiode nog verliezen heeft die niet zijn verrekend, blijft met betrekking tot die verliezen voor wat betreft de voorwaartse verrekening buiten toepassing het in artikel 20, derde lid, van die wet opgenomen voorschrift dat verliezen geleden in de statusperiode niet verrekenbaar zijn met belastbare winsten genoten buiten die periode.