NJB 2020/2237:Medeplegen opzettelijk aanwezig hebben van heroïne in een plastic tas in een inbouwkast in door medeverdachte gebruikte en door verdachte vier maal bezochte woning, art. 2 onder C Opiumwet: in casu komt het hof tot een ontoereikend gemotiveerde bewezenverklaring, mede erop gelet dat niet is gebleken dat de verdachte zelfstandig toegang had tot de woning en ook anderszins niet blijkt dat de verdachte ‘feitelijk gebruiker’ van de woning was en de aangetroffen heroïne zich in zijn machtssfeer bevond en hij wetenschap moet hebben gehad van de aangetroffen heroïne