Rb. Midden-Nederland, 19-11-2019, nr. NL18.21414
ECLI:NL:RBMNE:2019:6215
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
19-11-2019
- Zaaknummer
NL18.21414
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2019:6215, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 19‑11‑2019; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 19‑11‑2019
Inhoudsindicatie
Verzekeringsrecht. Volledige schadevergoeding na supercel?
Partij(en)
VONNIS
_________________________________________________________________ _
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: NL18.21414
Vonnis van 19 november 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiseres] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats] , eiseres, hierna te noemen: [eiseres] , advocaat mr. G.R.A.G. Goorts in Deurne,
tegen
de naamloze vennootschapASR SCHADEVERZEKERING N.V., gevestigd in Utrecht, verweerster, hierna te noemen: ASR, advocaat mr. W.A.M. Rupert in Rotterdam.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de procesinleiding met producties 1 tot en met 18;
- -
het verweerschrift met producties 1 tot en met 6;
- -
de mondelinge behandeling op 8 oktober 2019.
1.2.
Daarna volgt dit vonnis.
2. Het geschil en de beoordeling daarvan
2.1.
In de avond van 23 juni 2016 trok er noodweer over de regio waar [eiseres] is gevestigd. Er was een zware onweersbui van het type dat ook wel ‘supercel’ wordt genoemd. Er zijn die avond hagelstenen tot 10 centimeter groot naar beneden gevallen. Dit noodweer heeft bij veel bedrijven grote schade aangericht, ook bij [eiseres] .
2.2.
[eiseres] heeft de schade gemeld bij haar verzekeraar ASR. In een schaderapport is de totale schade vastgesteld op € 116.306,48 exclusief btw. Dit bedrag bestaat onder meer uit de schadeposten ten gevolge van harde wind/storm, hagelschade en neerslagschade. In het schaderapport staat dat er schade is ontstaan aan gevelpanelen, deuren, raamkozijnen en dakplaten door directe hagelschade. [eiseres] heeft geen bezwaar gemaakt tegen de inhoud van het schaderapport.
2.3.
ASR heeft in totaal € 72.877,45 aan [eiseres] betaald. Dit is niet het volledige schadebedrag omdat zij rekening heeft gehouden met het eigen risico en op grond van de Bijzondere Voorwaarden Uitgebreide Indexverzekering voor Gebouwen (hierna: de polisvoorwaarden) de hagelschade heeft gemaximeerd tot 10% van het verzekerde bedrag van € 170.000,-.
2.4.
[eiseres] vindt dat zij recht heeft op het volledige schadebedrag en vordert in deze procedure, kort samengevat:
- -
nakoming van de overeenkomst en betaling van € 43.078,67 exclusief btw;
- -
betaling van de rente en de kosten.
2.5.
Voor de beoordeling van de vordering is artikel 4 lid 21 sub b van de polisvoorwaarden van belang. Hierin staat onder meer het volgende:
‘b. directe neerslag
1. water dat onvoorzien het gebouw is binnengedrongen als gevolg van:
- regen, sneeuw of hagel;
- smeltwater dat ter plaatse is ontstaan;
2. inslag van hagelstenen. Wij bieden dekking voor de reparatiekosten aan daken, dakgoten, balkons en afvoerpijpen. De vergoeding bedraagt maximaal 10% van het verzekerde bedrag. (…)
Van de dekking water en neerslag zijn uitgesloten:
- de kosten van reparatie aan daken, dakgoten en afvoerpijpen. (…)
- Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking voor inslag van hagelstenen.’
2.6.
[eiseres] stelt primair dat de hagelstenen die op 23 juni 2016 zijn gevallen gedefinieerd moeten worden als directe neerslag die het gebouw is binnengedrongen. Daarom moet volgens haar op grond van de polisvoorwaarden de gehele schade worden vergoed. Subsidiair stelt [eiseres] dat de schade die is ontstaan aan de gevelwand, deuren en kozijnen onder waterschade valt en daarom die schadeposten ook volledig moet worden uitgekeerd.
2.7.
De rechtbank kan [eiseres] in beide stellingen niet volgen. In randnummer 5.3 van de procesinleiding schrijft [eiseres] dat door de hagelbui het pand zowel aan de voorzijde als op het dak zwaar getroffen is. Dit wordt ook bevestigd in het schaderapport van de schade-expert. In eerdere rechtspraak over de schade naar aanleiding van de supercel op 23 juni 2016 is al geoordeeld dat de neerslag van grote ijsbrokken op die dag in die regio gekwalificeerd kon worden als hagel. De rechtbank gaat er in dit geval dan ook vanuit dat het bedrijfspand door een hagelbui is getroffen. Niet gebleken is dat er schade is ontstaan doordat er water van de (naderhand) gesmolten hagelstenen het pand onvoorzien is binnengedrongen. De schadeposten die in het rapport onder hagelschade zijn opgenomen zouden niet zonder de hagel zijn ontstaan. Daarom gaat de rechtbank uit van inslag van hagel. Omdat ASR in haar polisvoorwaarden onder het kopje ‘directe neerslag’ een expliciete bepaling heeft opgenomen over de inslag van hagelstenen mocht ASR deze bepaling toepassen en het uit te keren schadebedrag maximeren tot 10% van het verzekerde bedrag. Ook voor de schade aan de gevelwand, deuren en kozijnen geldt dat dit is ontstaan door directe hagelinslag. In de polisvoorwaarden biedt ASR geen dekking voor deze vorm van schade bij inslag van hagel. ASR is daarom niet verplicht deze schade te vergoeden.
2.8.
Meer subsidiair stelt [eiseres] dat de supercel moet worden aangemerkt als storm en dat de volledige schade vergoed dient te worden op grond van artikel 4 lid 8 van de polisvoorwaarden. Hierin staat dat ASR dekking biedt voor schade die is veroorzaakt door storm en door die storm vallende of bewegende voorwerpen. Storm is in de polisvoorwaarden gedefinieerd als ‘wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger)’.
2.9.
Vast staat dat het woord ‘supercel’ niet in de polisvoorwaarden staat opgenomen. Het klopt dat de schade is ontstaan door hagel die is voortgekomen uit een supercel. Bij een supercel is sprake van harde wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde. Toch moest het voor [eiseres] duidelijk zijn dat bij de verwijzing in de polisvoorwaarden naar windkracht 7 of hoger uitgegaan moet worden van de windschaal van Beaufort. Voor de inschaling daarvan wordt de windsnelheid gemeten op een hoogte van tien meter boven de grond. Dat is dus iets anders dan de windsnelheden die zich voordoen meerdere kilometers boven het aardoppervlak, de plek waar een supercel ontstaat. Daarnaast geldt ook voor deze stelling dat uit het schaderapport kan worden afgeleid dat de schade aan het gebouw van [eiseres] is veroorzaakt door de inslag van de hagelstenen. De wind heeft mogelijk wel een rol gespeeld, maar dat doet niet af aan de vaststelling dat de schade is ontstaan door de inslag van hagelstenen, waarvoor beperkte dekking is overeengekomen.
2.10.
Er zijn veel uitspraken geweest over de schadeafhandeling na de supercel op 23 juni 2016. In sommige zaken is de (volledige) schade vergoed, maar in deze uitspraken waren andere verzekeraars partij en zijn de polisvoorwaarden grotendeels onbekend gebleven. Die uitspraken leiden in deze zaak dus niet tot een ander oordeel.
2.11.
De conclusie is daarom dat ASR op grond van haar polisvoorwaarden niet verplicht is de volledige schade te vergoeden. Dit betekent dat de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
2.12.
Omdat [eiseres] ongelijk krijgt wordt zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten van ASR De kosten van a.s.r. worden begroot op:
- griffierecht € 1.950,00
- salaris gemachtigde € 2.148,00 (2 punten x tarief € 1.074,00)
Totaal € 4.098,00
3. De beslissing
De rechtbank:
3.1.
wijst de vorderingen af;
3.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten van a.s.r., tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 4.098,00,
3.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.O. Zuurmond en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2019 door mr. P. Dondorp.