NJ 1956/515
HR, 19-06-1956
HR 19-06-1956, ECLI:NL:HR:1956:49
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 1956
- Magistraten
Mrs. Fick, Feber, Westerouen van Meeteren rapp., Kazemier en Hülsmann
- Zaaknummer
[19061956/NJ_1956-515]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS136226:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1956:49, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1956
- Wetingang
(Sr art. 279.)
Samenvatting
Art. 279 Sr. verlangt niet dat de dader zich bewust moet zijn geweest, dat zijn handeling een strafbaar feit was en het ontbreken van zodanige bewustheid levert ook geen strafuitsluitingsgrond op.1
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van G. M. van M., echtgenote van J. J. M. L., wonende te M., req. van cassatie tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van den 22sten Maart 1956, waarbij in hoger beroep met vernietiging van een vonnis der Rb. te Amsterdam van den 24sten Oct. 1955 de req. wegens „opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gestelde gezag, terwijl ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.