Besluit ex artikel VI, tweede lid, Wijzigingswet Wet op de rechterlijke organisatie inzake opheffing van de functie van verkeersschout
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Bronpublicatie:
14-12-2000, Stb. 2000, 563 (uitgifte: 28-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2000, Stb. 2000, 564 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Bijzondere onderwerpen
Besluit van 16 april 1996, houdende aanwijzing van de zaken, bedoeld in artikel VI, tweede lid, van de Wet van 26 februari 1996 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de functie van verkeersschout (Stb. 155), en aanpassing van lagere regelgeving aan die wet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 5 januari 1996, Directie Wetgeving, nr. 532577/95/6;
Gelet op artikel VI, tweede lid, van de Wet van 26 februari 1996 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en andere wetten in verband met de opheffing van de functie van verkeersschout (Stb. 155);
De Raad van State gehoord (advies van 26 februari 1996; no. W03.96.0013);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 10 april 1996, Directie Wetgeving, nr. 549036/96/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: