Einde inhoudsopgave
Aanbestedingsbesluit
Artikel 2a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2016, Stb. 2016, 242 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, Stb. 2016, 243 (uitgifte: 30-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt bij het KB van 24-06-2016, Stb. 243, tegelijk in werking met de wet van 22-06-2016, Stb. 241.
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
Een ondernemer die beschikt over een bewijs van registratie op een officiële lijst met erkende aannemers, leveranciers of dienstverleners van een instelling die belast is met de vaststelling van die lijst door de lidstaat van de Europese Unie waar hij is gevestigd of die beschikt over een certificaat van een certificeringsinstelling die voldoet aan de Europese certificeringsnormen in de zin van bijlage VII van richtlijn 2014/24/EU, kan bij een overheidsopdracht het bewijs van registratie of het certificaat overleggen, indien:
- a.
de vereiste bewijzen waarop de registratie of het certificaat berust, overeenstemmen met uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen als bedoeld in de artikelen 2.89, 2.91, eerste en derde lid, 2.93, 2.101 tot en met 2.102a van de wet en, indien van toepassing, in 2.96 en 2.97;
- b.
het bewijs van registratie of het certificaat de referenties vermeldt die als bewijs zijn overgelegd voor die registratie of afgifte van het certificaat, en het bewijs van registratie tevens de classificatie op de officiële lijst vermeldt.
2.
De overlegging van een bewijs van registratie of een certificaat als bedoeld in het eerste lid, vormt het vermoeden dat is voldaan aan uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen, indien de in de officiële lijst of dat certificaat vervatte eisen overeenstemmen met de op de desbetreffende overheidsopdracht toepasselijke uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen.
3.
De informatie die de aanbestedende dienst uit registratie op een officiële lijst of certificering als bedoeld in het eerste lid kan afleiden, kan een aanbestedende dienst niet zonder motivering ter discussie stellen.
4.
Met betrekking tot de betaling van bijdragen inzake sociale zekerheid en belastingen en heffingen kan een aanbestedende dienst van elke ondernemer bij elke te gunnen overheidsopdracht een aanvullend certificaat eisen.
5.
De aanbestedende dienst mag van ondernemers uit andere lidstaten van de Europese Unie die op een officiële lijst van erkenning staan geregistreerd of die gecertificeerd zijn, geen andere bewijzen of verklaringen verzoeken dan die van ondernemers gevestigd in Nederland worden gevraagd.