HR, 12-03-2024, nr. 23/02081
ECLI:NL:HR:2024:381
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12-03-2024
- Zaaknummer
23/02081
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:381, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:65
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑03‑2024
Inhoudsindicatie
Beschikking op vordering tot opheffing van schorsing van vervolging door raadkamer hof ex art. 19.1 jo. 16.2 Sv. T.t.v. inzending dossier naar HR ontbreekt p-v van onderzoek in raadkamer (art. 25.1 Sv), terwijl dat stuk nadien alsnog is opgemaakt. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Raadsman heeft o.g.v. art. 4.3.6.3 Procesreglement HR verzocht om toezending p-v. Uit mededelingen griffier hof kan niet anders kan worden afgeleid dan dat p-v t.t.v. insturen van dossier aan HR niet was opgemaakt en kennelijk eerst is opgemaakt n.a.v. verzoek HR ex art. 83 RO. Consequentie is dat onderzoek in raadkamer en beschikking aan nietigheid leiden. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/02081 B
Datum 12 maart 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag van 17 februari 2023, nummer 22-003669-16 (AV 000328-23), op een vordering tot opheffing van de schorsing van de vervolging als bedoeld in artikel 19 lid 1 in verbinding met artikel 16 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering,
betreffende
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E.E.W.J. Maessen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur en aanvullende schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schrifturen zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit. Het eerste cassatiemiddel is later ingetrokken.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
2. Beoordeling van het derde cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het ontbreken van een proces-verbaal van het onderzoek door de raadkamer.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.
3. Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2024.