Inhoudsopgave
Bb 2014/30:Geen sprake van bevoorrechte vordering jegens hoofdelijk aansprakelijke moedermaatschappij bij 403-verklaring
Bb 2014/30
Geen sprake van bevoorrechte vordering jegens hoofdelijk aansprakelijke moedermaatschappij bij 403-verklaring
Documentgegevens:
Mr. E.J. Offers, datum 12-05-2014
- Datum
12-05-2014
- Auteur
Mr. E.J. Offers1
- JCDI
JCDI:ADS209045:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Wetingang
art. 2:403 BW; art. 3:288 BW; art. 3:278 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een wettelijk bevoorrechte positie is niet van toepassing jegens de afgever van een aansprakelijkheidsverklaring (403-verklaring)
Inleiding
In een arrest van 11 april 2014 (ECLI:NL:HR:2014:898, Bb 2014/30.1) heeft de Hoge Raad bevestigd dat art. 2:403 BW noch enige andere wettelijke bepaling aan de vordering die op een 403-verklaring rust een voorrecht verbindt. Het gevolg hiervan is dat een bevoorrechte vordering op de afhankelijke dochtermaatschappij niet als bevoorrechte vordering tegen de hoofdelijk aansprakelijke moedermaatschappij heeft te gelden.
Achtergrond
Op grond van art. 2:403 lid 1 aanhef en sub f BW hoeft tot een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.