Einde inhoudsopgave
Besluit Earningsstrippingmaatregel
2.3 Wettelijke uitbreiding rentebegrip; kosten en resultaten ter zake van geldleningen
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Bronpublicatie:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 31452 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: 2023-22492)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2023, Stcrt. 2023, 31452 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: 2023-22492)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
In artikel 15b, zesde lid, onderdelen b tot en met e, Wet Vpb 1969, worden bepaalde kosten en resultaten ter zake van geldleningen of daarmee verband houdende rechtshandelingen, aangemerkt als rentelasten. Dit betekent dat een dergelijke vergoeding, die in beginsel niet onder het economische rentebegrip van artikel 15b, tweede lid, Wet Vpb 1969 valt, in voorkomende gevallen afhangt van de aanwezigheid van een geldlening. Dit illustreer ik hierna aan de hand van een voorbeeld.
Voorbeeld
Een bereidstellingsprovisie is een vergoeding die door een kredietnemer wordt betaald aan de kredietverstrekker voor het beschikbaar houden van een (nog) uit te lenen bedrag. Bereidstellingsprovisies komen in de praktijk onder meer voor bij revolving credit facilities en overbruggingsfinancieringen. Indien (nog) geen geldmiddelen op de facilities worden verstrekt, is in zoverre (nog) geen sprake van een geldlening en zijn bereidstellingsprovisies geen kosten respectievelijk rentelasten als bedoeld in artikel 15b, zesde lid, onderdeel b, Wet Vpb 1969.