Middellijk aandeelhouder niet bevoegd een enquête te entameren

Verzoekster dient in deze zaak aan te tonen dat: (1) de aandelen voor zijn rekening en risico worden gehouden en hij een vorderingsrecht op de opbrengst van die stukken heeft (de gelijkstellingsbenadering); en (2) dat aan de tussenliggende entiteit Proma geen reële betekenis toekomt (de substance-benadering).Naar het oordeel van de P.G. getuigt het oordeel van de ondernemingskamer, dat er in de kern op neerkomt dat verzoekster onvoldoende heeft gesteld om aan deze voorwaarden voor gelijkstelling te voldoen, niet van een onjuiste rechtsopvatting, is het niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.