WR 1994, 84
Ktg. Utrecht, 14-06-1994
Ktg. Utrecht 14-06-1994, ECLI:NL:KTGUTR:1994:AK0619
- Instantie
Kantongerecht Utrecht
- Datum
14 juni 1994
- Zaaknummer
[1994-06-14/WR_16867]
- LJN
AK0619
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Volkshuisvesting en wonen (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:KTGUTR:1994:AK0619, Uitspraak, Kantongerecht Utrecht, 14‑06‑1994
- Wetingang
Essentie
Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur moet het gaan om gevallen waarbij voor iedereen duidelijk is dat er geen sprake kan en mag zijn van huurbescherming. In de jurisprudentie is de overeenkomst gesloten omdat een verhuurder een huurder die in een noodsituatie verkeert wil helpen al eerder als naar zijn aard van korte duur bestempeld. De huurders wisten dat het om een slooppand ging en gingen akkoord met een boetebepaling, zodat duidelijk is geweest dat partijen een bepaalde korte duur van de overeenkomst beoogden.