NJB 2021/1403
Lange verjaringstermijn. Redelijkheid en billijkheid. Na meer dan twintig jaar vorderen twee legatarissen uitkering van hun legaten. Hoge Raad: De verjaringstermijn van twintig jaar heeft een objectief en in beginsel absoluut karakter. Van onaanvaardbaarheid zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake kunnen zijn. Uit de overwegingen van het hof blijkt niet van een zodanig uitzonderlijk geval
HR 23-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:649
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/00939
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:649, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2020
- Wetingang
(Art. 3:306, 3:310 lid 2, art. 3:313, 6:2 lid 2 BW)
Essentie
Lange verjaringstermijn. Redelijkheid en billijkheid. Na meer dan twintig jaar vorderen twee legatarissen uitkering van hun legaten. Hoge Raad: De verjaringstermijn van twintig jaar heeft een objectief en in beginsel absoluut karakter. Van onaanvaardbaarheid zal slechts in uitzonderlijke gevallen sprake kunnen zijn. Uit de overwegingen van het hof blijkt niet van een zodanig uitzonderlijk geval
Partij(en)
De weduwe van de zoon c.s., adv. J.H.M. van Swaaij, vs. de dochters, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Bij testament van 10 maart 1981 heeft de erflaatster onder herroeping legaten toegekend aan haar beide dochters (de dochters) en aan haar zoon. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.