Einde inhoudsopgave
Besluit uitgaven voor specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven
2.1 Specifieke zorgkosten van religieuzen
Geldend
Geldend vanaf 13-04-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 04-04-2013
- Bronpublicatie:
04-04-2013, Stcrt. 2013, 9571 (uitgifte: 12-04-2013, regelingnummer: BLKB2013/473M)
- Inwerkingtreding
13-04-2013, terugwerkend tot: 04-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2013, Stcrt. 2013, 9571 (uitgifte: 12-04-2013, regelingnummer: BLKB2013/473M)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Belastingplichtige, een gepensioneerd verpleegkundige, is lid van een religieuze orde. Zij heeft de gelofte van armoede afgelegd wat betekent dat alleen de orde kan beschikken over haar inkomen en vermogen. In enig jaar betaalt de orde voor behandelingen van belastingplichtige door tandarts en doktoren € 8.000. Kan belastingplichtige deze kosten als uitgaven voor specifieke zorgkosten in haar aangifte verwerken?
Nee. Omdat de orde de kosten heeft betaald, drukken deze niet op belastingplichtige.
Tegenover de verplichte besteding van de inkomsten van leden van religieuze orden staat doorgaans de plicht van de orde om te voorzien in de kosten van levensonderhoud van de leden. Voor zover de religieuze orde uitgaven doet voor een ordelid en deze uitgaven naar hun aard kwalificeren als uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in artikel 6.17 van de Wet IB 2001, kan het ordelid deze uitgaven niet als zodanig in aanmerking nemen. Op grond van artikel 6.1, onderdeel a, van de Wet IB 2001 komen uitgaven voor specifieke zorgkosten immers slechts voor aftrek in aanmerking indien en voor zover zij op een belastingplichtige drukken. Dit betekent dat uitgaven voor rekening van belastingplichtige moeten komen. In deze situatie is daarvan geen sprake nu de orde de uitgaven voor haar rekening neemt.
Goedkeuring
Met toepassing van de hardheidsclausule van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen keur ik het volgende goed. Bedragen die religieuze orden voor hun leden aan derden betalen wegens ziekte en invaliditeit van die ordeleden, kunnen voor de heffing van inkomstenbelasting van de leden op wie de uitgaven betrekking hebben, worden aangemerkt als uitgaven voor specifieke zorgkosten als bedoeld in artikel 6.17 van de Wet IB 2001. Hieraan verbind ik de volgende voorwaarden:
- —
uit de door de derden uitgebrachte declaraties en nota's blijkt op welk ordelid de uitgaven betrekking hebben;
- —
behalve aan de voorwaarde van ‘drukken’, is aan alle overige voorwaarden voor uitgaven voor specifieke zorgkosten van de Wet IB 2001 voldaan.