RvdW 2019/930
Wet Bopz. Procesrecht. Voorwaardelijke machtiging. Enkelvoudig horen en meervoudig beslissen. HR 12 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1202.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juli 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron
- Zaaknummer
19/00908
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1280, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:265, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2019
Essentie
Wet Bopz. Procesrecht. Voorwaardelijke machtiging. Enkelvoudig horen en meervoudig beslissen. HR 12 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1202.
Partij(en)
BESCHIKKING In de zaak van [betrokkene] , wonende te [woonplaats] , VERZOEKER tot cassatie, hierna: betrokkene, advocaat: mr. M.E. Bruning, tegen DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG, VERWEERDER in cassatie, hierna: de officier van justitie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Bij verzoekschrift van 19 oktober 2018, op dezelfde datum ter griffie ingekomen, heeft de officier van justitie de rechtbank Amsterdam verzocht een ...