Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/569
BTW-fraude. 1. Salduz-verweer. 2. Slagende bewijsklacht opzet.
HR (A-G) 14-02-2017, ECLI:NL:PHR:2017:316
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05118
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2017:830, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2017
- Wetingang
Art. 6 lid 3 aanhef en onder c EVRM; art. 69 Algemene wet rijksbelastingen
Essentie
Salduz-verweer. BTW-fraude m.b.t. uit Duitsland geïmporteerde auto’s.
1. Oordeel hof: in het midden kan blijven of verdachte voor de verhoren door de FIOD in de gelegenheid is gesteld een raadsman te raadplegen, omdat verdachte ter zitting in zowel eerste aanleg als in hoger beroep heeft verklaard bij zijn bij de FIOD afgelegde verklaringen te blijven en daarom geen belang heeft bij zijn verweer. Door op deze grond het verweer te verwerpen en de FIOD-verklaringen voor het bewijs te bezigen, heeft het hof blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.
2. HR overweegt dat uit de bewijsvoering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.