NJB 2015/171
Onrechtmatige doorzoeking woning en art. 359a Sv: in casu hoeft dit niet te leiden tot bewijsuitsluiting, mede in aanmerking genomen dat het gevoerde verweer omtrent de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel niet meer inhoudt dan dat sprake is van ‘een ernstige schending van een strafvorderlijke waarborg’zzz. A-G: anders
HR 06-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:4
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00300
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:4, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2447, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑12‑2013
- Wetingang
(Sv art. 359a)
Essentie
Onrechtmatige doorzoeking woning en art. 359a Sv: in casu hoeft dit niet te leiden tot bewijsuitsluiting, mede in aanmerking genomen dat het gevoerde verweer omtrent de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel niet meer inhoudt dan dat sprake is van ‘een ernstige schending van een strafvorderlijke waarborg’zzz. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De raadsvrouwe van verdachte in hoger beroep het woord ter verdediging gevoerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.