FED 2019/87
Geen parallellie tussen interne en externe leningen
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:394, m.nt. F. Boulogne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Koopman, Punt, Overgaauw, Van Loon, Van Hilten
- Zaaknummer
18/02329
18/02330
18/02332
18/02333
18/02334
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
F. Boulogne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS55582:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
ECLI:NL:HR:2019:394, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1358, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 10a Wet VPB 1969
Essentie
Geen parallellie tussen interne en externe leningen
Samenvatting
De belanghebbende betaalt rente aan een verbonden lichaam (een vaste inrichting in het Verenigd Koninkrijk; X London Branch). Aftrek van die rente is in beginsel beperkt op grond van art. 10a lid 1 Wet VPB 1969. Bij parallellie tussen de interne schuld en externe schuld kan een beroep worden gedaan op de tegenbewijsregeling van art. 10a lid 3 letter a Wet VPB 1969. Daartoe moeten de omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang worden beschouwd en daarbij moeten in ieder geval worden betrokken looptijd, aflossingsschema, rentevergoeding, omvang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.