Einde inhoudsopgave
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
Artikel 3 [Toegelaten onderscheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2004
- Bronpublicatie:
21-02-2004, Stb. 2004, 119 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 28770)
- Inwerkingtreding
01-04-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2004, Stb. 2004, 120 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Grondrechten
1.
Het verbod van onderscheid geldt niet indien:
- a.
het onderscheid noodzakelijk is ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid;
- b.
het onderscheid een regeling, norm of praktijk betreft die tot doel heeft specifieke voorzieningen en faciliteiten te creëren of in stand te houden ten behoeve van personen met een handicap of chronische ziekte;
- c.
het onderscheid een specifieke maatregel betreft die tot doel heeft personen met een handicap of chronische ziekte een bevoorrechte positie toe te kennen ten einde feitelijke nadelen verband houdende met de gronden handicap of chronische ziekte op te heffen of te verminderen en het onderscheid in een redelijke verhouding staat tot dat doel.
2.
Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid geldt niet ten aanzien van indirect onderscheid indien dat onderscheid objectief gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.