Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 8.1.1 Inschrijving
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2023
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 134 (uitgifte: 04-04-2022, kamerstukken: 35625)
- Inwerkingtreding
01-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2022, Stb. 2022, 264 (uitgifte: 28-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Een ieder die gebruik wenst te kunnen maken van onderwijsvoorzieningen en examenvoorzieningen, dient zich door het bevoegd gezag als student of vavo-student te laten inschrijven. Een ieder die uitsluitend wenst te worden toegelaten tot examenvoorzieningen, dient zich door het bevoegd gezag als extraneus te laten inschrijven. Voor de inschrijving als extraneus is aan het bevoegd gezag een door dat gezag te bepalen vergoeding verschuldigd. Indien het een meerderjarige extraneus betreft die het examengeld niet zelf voldoet, wordt niet overgegaan tot inschrijving dan nadat de extraneus schriftelijk heeft verklaard dat hij ermee instemt dat een in die verklaring vermelde derde namens hem het examengeld voldoet. De inschrijving voor een opleiding of een onderdeel van een opleiding staat uitsluitend open voor degene waarvan de ouders, voogden of verzorgers aantonen, dan wel, indien hij meerderjarig en handelingsbekwaam is, degene die aantoont dat hij:
- a.
de Nederlandse nationaliteit bezit of op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander wordt behandeld,
- b.
vreemdeling is en jonger is dan 18 jaar op de eerste dag waarop de opleiding of het onderdeel van de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst,
- c.
vreemdeling is, 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding of het onderdeel van de opleiding begint waarvoor voor de eerste maal inschrijving wordt gewenst en op die dag rechtmatig verblijft houdt in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, of
- d.
vreemdeling is, niet meer voldoet aan een van de voorwaarden genoemd onder b of c, en eerder in overeenstemming met een van die onderdelen is ingeschreven voor een opleiding of het onderdeel van de opleiding van een instelling, welke opleiding of welk onderdeel van de opleiding nog steeds wordt gevolgd en nog niet is voltooid.
1a.
Indien na de inschrijving voor de opleiding of een onderdeel van de opleiding blijkt dat deze op welke grond dan ook niet in overeenstemming met de vijfde volzin van het eerste lid heeft plaatsgevonden, wordt de inschrijving met onmiddellijke ingang beëindigd.
1b.
Voor de ho-student die zich heeft ingeschreven voor een associate degree-opleiding als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel m, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek geldt niet de verplichting, bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid, om gebruik te kunnen maken van de onderwijsvoorzieningen.
1c.
Het bevoegd gezag van een bijzondere instelling maakt de beslissing over inschrijving schriftelijk en voorzien van een deugdelijke motivering bekend aan de student of vavo-student. Indien de student of vavo-student jonger dan 18 jaar is, maakt het bevoegd gezag de beslissing ook aan de ouders, voogden of verzorgers schriftelijk bekend.
2.
De inschrijving geschiedt voor een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of een onderdeel daarvan of voor een beroepsopleiding. In geval van een beroepsopleiding geschiedt de inschrijving voor een opleidingsdomein, een kwalificatiedossier of een kwalificatie. Bij de inschrijving worden alle gegevens vermeld die het bevoegd gezag nodig heeft om te kunnen voldoen aan de verplichting, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet register onderwijsdeelnemers.
3.
De toelating tot beroepsopleidingen staat voor zover het de beroepsbegeleidende leerweg betreft, uitsluitend open voor degenen voor wie de volledige leerplicht, bedoeld in paragraaf 2 van de Leerplichtwet 1969, is geëindigd.
4.
Het bevoegd gezag van een bijzondere instelling kan aangeven dat degenen die wensen te worden ingeschreven voor een entreeopleiding of een basisberoepsopleiding, geacht worden de grondslag en de doelstellingen van de instelling te respecteren. De inschrijving kan worden geweigerd dan wel beëindigd indien de betrokkene de grondslag en de doelstellingen van de instelling niet respecteert. Ten aanzien van degenen die wensen te worden ingeschreven voor een vakopleiding, middenkaderopleiding of een specialistenopleiding, kan het bevoegd gezag ook aangeven dat zij geacht worden de grondslag en de doelstellingen van de instelling te onderschrijven en kan de inschrijving van een betrokkene ook worden geweigerd dan wel beëindigd, indien deze de grondslag en de doelstellingen van de instelling niet onderschrijft. De inschrijving aan een bijzondere instelling kan eveneens worden geweigerd dan wel beëindigd indien gegronde vrees bestaat dat de betrokkene van die inschrijving en de daaraan verbonden rechten misbruik zal maken door in ernstige mate afbreuk te doen aan de eigen aard van die instelling, dan wel indien is gebleken dat de betrokkene van die inschrijving en de daaraan verbonden rechten een dergelijk misbruik heeft gemaakt. De beëindiging van de inschrijving geschiedt schriftelijk en is met redenen omkleed. De inschrijving kan niet worden beëindigd op grond van de tweede of derde volzin indien voor betrokkene geen gelegenheid bestaat de opleiding aan een andere instelling te volgen. De inschrijving kan niet worden geweigerd of beëindigd op grond van de derde volzin maar uitsluitend op grond van de tweede volzin die van overeenkomstige toepassing is op de vak-, middenkader- en specialistenopleiding, indien betrokkene binnen een verticale scholengemeenschap doorstroomt respectievelijk is doorgestroomd van openbaar voortgezet onderwijs naar beroepsonderwijs.
5.
De inschrijving voor een opleidingsdomein kan uitsluitend geschieden voor een beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg op het tweede, derde of vierde niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid.
6.
Bij ministeriële regeling kan een maximum worden vastgesteld voor het percentage van de studenten dat in een jaar kan worden ingeschreven voor een opleidingsdomein.