V-N 2023/19.3
Hof sluit aan bij werkelijk behaald rendement op vermogen in box 3
HR 31-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:519, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2023
- Zaaknummer
22/02324
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS699487:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:519, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er weliswaar geen sprake is van het interen op het vermogen, maar voor het jaar 2017 wel rechtsherstel moet worden geboden op grond van het Kerstarrest. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X realiseert in 2016 een rendement van € 1761 op haar vermogen en in 2017 € 1244. De verschuldigde box 3-heffing bedraagt € 1956 respectievelijk € 1824. X stelt dat geen sprake is van ‘genoten’ inkomen in de zin van art. 2.3 Wet IB 2001, omdat zij minder heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.