Gst. 2019/100
Openbaarheid ingevolge de Wob en het recht op inzage in op de zaak betrekking hebbende stukken.
ABRvS 13-02-2019, ECLI:NL:RVS:2019:440, m.nt. M. Wever
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 februari 2019
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, A.W.M. Bijloos en G.M.H. Hoogvliet
- Zaaknummer
201803455/1/A3
- Noot
M. Wever
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS57028:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Openbaarheid van bestuur
Bestuursrecht algemeen / Voorbereiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:440, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑02‑2019
- Wetingang
(Art. 7:4 lid 6 Awb)
Essentie
Openbaarheid ingevolge de Wob en het recht op inzage in op de zaak betrekking hebbende stukken.
Samenvatting
Hoewel verstrekking van een zienswijze geen openbaarmaking voor eenieder inhoudt, kan een verstrekte zienswijze op eenvoudige wijze worden verspreid en bijvoorbeeld op het internet worden geplaatst. De Afdeling is van oordeel dat het bestuursorgaan ter voorkoming van onevenredige benadeling van de betrokken onderzoekers, met toepassing van art. 7:4 lid 6 Awb, de naam van de vergunninghouder in de zienswijzen geheim mocht houden.
Partij(en)
Uitspraak op de hoger beroepen van:
- 1.
Centrale Commissie Dierproeven (hierna: CCD),
- 2.
[appellant sub 2], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.