Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/24/EG betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen
Artikel 16 Recht om vorderingen in te dienen
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2001
- Bronpublicatie:
04-04-2001, PbEG 2001, L 125 (uitgifte: 05-05-2001, regelingnummer: 2001/24/EG)
- Inwerkingtreding
05-05-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2001, PbEG 2001, L 125 (uitgifte: 05-05-2001, regelingnummer: 2001/24/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Schuldeisers met woonplaats, gewone verblijfplaats of statutaire zetel in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst, met inbegrip van overheidsinstanties van de lidstaten, hebben het recht vorderingen of schriftelijke opmerkingen betreffende hun vorderingen in te dienen.
2.
De vorderingen van schuldeisers met woonplaats, gewone verblijfplaats of statutaire zetel in andere lidstaten dan de lidstaat van herkomst krijgen dezelfde behandeling en dezelfde rangindeling als soortgelijke vorderingen die de schuldeisers met woonplaats, gewone verblijfplaats of statutaire zetel in de lidstaat van herkomst kunnen indienen.
3.
Tenzij de wetgeving van de lidstaat van herkomst de indiening van opmerkingen betreffende vorderingen voorschrijft, legt de schuldeiser een afschrift van eventuele bewijsstukken over en doet hij opgave van aard, datum van ontstaan en bedrag van de vordering; hij geeft tevens aan of hij voor de vordering op een voorrecht, een zakelijke zekerheid of een eigendomsvoorbehoud inroept, en op welke goederen de zekerheid betrekking heeft.