Omvang geding na terugwijzing. 72%-schadenorm is EU-proof

Documentgegevens:

HR (A-G) 22-03-2019, ECLI:NL:PHR:2019:276

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Datum: 22 maart 2019
Zaaknummer: 18/02955
Vakgebied(en): Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:1084, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:276, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
Wetingang: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (BWBV0001506, 110)Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 10)

Essentie

A-G Wattel is van mening dat als het hof bij een terugwijzing niet expliciet vermeldt welke delen van het geschil hij wel definitief afdoet, die delen niet in de tweede ronde bij de feitenrechters nogmaals aan de orde gesteld kunnen worden, maar wel in cassatie alsnog na de tweede ronde. De 72%-schaderegeling is voorts niet in strijd met art. 110 VWEU.

Samenvatting

X bv voldoet BPM op aangifte voor diverse personenauto’s met schade. Volgens Rechtbank Den Haag maakt X bv niet aannemelijk dat de waardeverminderingen meer zijn dan 72% van de herstelkosten, met de motivering dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.