Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk
Artikel 91 Gronden van verval
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2017
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Inwerkingtreding
06-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 154 (uitgifte: 16-06-2017, regelingnummer: 2017/1001)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Naast de in de artikel 58 genoemde gronden van verval worden de rechten van de houder van een Uniecertificeringsmerk op vordering bij het Bureau of op reconventionele vordering in een inbreukprocedure vervallen verklaard in een van de volgende gevallen:
- a)
de houder voldoet niet langer aan de vereisten van artikel 83, lid 2;
- b)
de houder neemt geen redelijke maatregelen om te voorkomen dat het Uniecertificeringsmerk wordt gebruikt op een wijze die niet verenigbaar is met de voorwaarden van het gebruiksreglement, waarvan wijzigingen in voorkomend geval in het register zijn vermeld;
- c)
het publiek kan worden misleid in de zin van artikel 85, lid 2, door de wijze waarop de merkhouder het Uniecertificeringsmerk heeft gebruikt;
- d)
een wijziging van het reglement voor het gebruik van het Uniecertificerings is, in strijd met artikel 88, lid 2, in het register vermeld tenzij de merkhouder door een nieuwe wijziging van het gebruiksreglement voldoet aan de in dat artikel gestelde eisen.