NJB 2010, 2010
HR, 12-10-2010, nr. 09/02325 B
HR 12-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN4346
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
09/02325 B
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BN4346
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN4346, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN4346, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
Onjuiste maatstaf aangelegd bij de ongegrondverklaring van het beklag, maar de klaagster heeft bij cassatie geen redelijk belang
Uitspraak
De steller van het middel komt op tegen de niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in haar beklag.
De rechtbank had de klaagster niet-ontvankelijk verklaard in haar beklag omdat het belang van de strafvordering en het voortduren van het (conservatoire) beslag vorderde.
De Hoge Raad overwoog:
‘2.3 Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval als het onderhavige, waarin op de voet van art. 94a Sv beslag is gelegd en een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.