NJB 2010, 1606
HR, 13-07-2010, nr. 08/02498 A
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ8669
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Balkema, De Savornin Lohman, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
08/02498 A
- Conclusie
A‑G Machielse
- LJN
BJ8669
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ8669, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BJ8669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2010
Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 22‑09‑2009
- Wetingang
Uitvoeringslandsverordening folteringverdrag art. 2 lid 1; EVRM art. 3; Sv (Ned. Antillen) art. 402
Essentie
De verdachte is in hoger beroep veroordeeld wegens het medeplegen van foltering tot een gevangenisstraf van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk.
Van feit 2 werd de verdachte vrijgesproken. Het betrof vrijheidsberoving.
Het Hof motiveerde de vrijspraak als volgt:
‘(…) Voor bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde feit dient bewezen te worden dat de verdachte opzet had op de wederrechtelijkheid van het beroven en beroofd houden van het slachtoffer G van zijn vrijheid. Nu dat opzet niet uit de beschikbare bewijsmiddelen blijkt, dient vrijspraak van de verdachte te volgen’
Het daartegen gerichte middel van de procureur‑generaal slaagt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.