JOW 2010, 58
wettig bewijsmiddel, toerekening voordeel
HR 29-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2010
- Magistraten
Van Dorst, De Savornin Lohman, Ilsink, De Hullu, Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/01660 P
- Conclusie
A‑G Vegter
- LJN
BM9426
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM9426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2010
- Wetingang
Essentie
wettig bewijsmiddel, toerekening voordeel
Samenvatting
Ook in ontnemingszaken moet van de rechter worden gevergd dat hij met voldoende mate van nauwkeurigheid aangeeft aan welk wettig bewijsmiddel hij de feiten en omstandigheden waarop hij die schatting baseert, heeft ontleend.
Wat betreft de mate van toerekening van het voordeel aan de betrokkene geldt niet de eis dat de daaraan ten grondslag liggende feiten en omstandigheden aan wettige bewijsmiddelen moeten zijn ontleend. Voldoende is dat die feiten en omstandigheden, zoals een bepaalde rolverdeling, uit het onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken (zie JOW 2010,39).
Partij(en)
[Betrokkene], geboren op [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.