HR, 22-06-2010, nr. 08/04612

Documentgegevens:

HR 22-06-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BM3970

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 22 juni 2010
Magistraten: Mrs.
Zaaknummer: 08/04612
Conclusie: A-G
LJN: BM3970
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BM3970, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM3970, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2010
Wetingang: Sv art. 278; Sv art. 348; Sv art. 349; Sv art. 350; Sv art. 358; Sv art. 359; Sv art. 588; Sv art. 588a; Sv art. 590

Essentie

aanwezigheidsrecht van de verdachte en betekening

Uitspraak

Hoge Raad, onder meer:

De verdachte werd niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep.

Het middel bevat de klacht dat het hof de behandeling van de zaak ten onrechte niet heeft aangehouden, althans onvoldoendeheeft gemotiveerd waarom aanhouding achterwege kon blijven.

Het hof heeft de zaak bij verstek behandeld, omdat noch de verdachte noch een raadsman voor hem was verschenen.

De Hoge Raad zet onder 2.2. (i) tot en met (iv) wat er met de betekening had plaatsgevonden. Daarna overweegt de Hoge Raad:

2.3

Indien door of namens de verdachte bij het instellen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.