NJB 2010, 1346
HR, 08-06-2010, nr. 08/01927
HR 08-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0154
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juni 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Loth
- Zaaknummer
08/01927
- Conclusie
A‑G Machielse
- LJN
BM0154
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0154, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2010
- Wetingang
Sv art. 265; Sv art. 279; Sv art. 359 lid 3
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf wegens diefstal.
Het eerste middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte het onderzoek ter terechtzitting niet heeft geschorst.
De voorzitter van het hof deelt, zakelijk weergegeven mede:
‘Het Hof constateert dat de dagvaarding in persoon aan verdachte is betekend op 8 april jongstleden. Op zich is dit niet tijdig geschied. Echter, de bepaaldelijk gevolmachtigde raadsman heeft medegedeeld dat verdachte niet zal komen omdat hij de reis niet kan betalen. Hiermee heeft verdachte kennelijk afstand gedaan van zijn verschijningsrecht. Daarbij is verdachte verzekerd van vertegenwoordiging door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.