NJB 2010, 923
HR, 13-04-2010, nr. S 07/12150
HR 13-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL5414
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 april 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Sterk
- Zaaknummer
S 07/12150
- Conclusie
A‑G Knigge
- LJN
BL5414
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL5414, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑04‑2010
- Wetingang
Sr art. 197a
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, een werkstraf van tweehonderd uren en een geldboete van € 14 000 wegens: in de uitoefening van zijn beroep een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verblijven in Nederland terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd (art. 197a Sr).
Het middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte heeft verworpen het namens de verdachte gevoerde verweer dat voor de vervulling van het bestanddeel ‘weet…dat’ in art. 197a Sr voorwaardelijk opzet niet toereikend is.
De Hoge Raad overweegt:
‘2.6 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.