NJB 2010, 877
HR, 30-03-2010, nr. 08/00616
HR 30-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1455
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/00616
- Conclusie
A‑G Hofstee
- LJN
BL1455
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1455, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1455, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2010
- Wetingang
Sr art. 197
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot vijf maanden gevangenisstraf, omdat hij als vreemdeling in Nederland verbleef terwijl hij wist dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenste vreemdeling was verklaard.
Het middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert van art. 197 Sr, nu een bestanddeel daarvan in de bewezenverklaring ontbreekt, te weten dat verzoeker als vreemdeling nog steeds ongewenst vreemdeling was.
Het middel faalt, waartoe de Hoge Raad overweegt:
‘2.4 Het middel neemt terecht als uitgangspunt dat voor strafbaarheid ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.