NJB 2010, 812
HR, 23-03-2010, nr. 08/01738
HR 23-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK8926
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 maart 2010
- Magistraten
Mrs. Koster, Ilsink en Loth
- Zaaknummer
08/01738
- Conclusie
A‑G Vegter
- LJN
BK8926
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK8926, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑03‑2010
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft de verdachte in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De verdachte verklaarde in hoger beroep onder meer:
Het is inderdaad dat ik van de terechtzitting wist. Ik kon wegens geldgebrek echter niet bij de terechtzitting aanwezig zijn.
Daarna trok het hof zich terug voor beraad waarna de voorzitter na hervatting verklaarde, dat ‘volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van heden’.
In het bestreden arrest overwoog het hof:
Verdachte kon, nu hij — zoals hij ter zitting in hoger beroep heeft verklaard — op de hoogte was van de terechtzitting in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.