NJB 2010, 181
HR, 05-01-2010, nr. S 07/13539
HR 05-01-2010, ECLI:NL:HR:2010:BJ9240
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2010
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Balkema, Ilsink, De Hullu en Groos
- Zaaknummer
S 07/13539
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BJ9240
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BJ9240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep door het hof veroordeeld tot veertien maanden gevangenisstraf waarvan vier maanden voorwaardelijk.
De veroordeling betrof onder meer, feit (1): afpersing, meermalen gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het arrest van het hof is geconstrueerd op de (nieuwe wijze) die als promis wordt aangeduid. Deze constructie van het strafvonnis of -arrest is door de Hoge Raad in zijn arrest van 15 mei 2007, LJN BA0424, NJ 2007, 387 in beginsel als niet in strijd met art. 359 lid 3 Sv aanvaard en in deze zaak door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.