NJB 2010, 137
HR, 22-12-2009, nr. 08/00583
HR 22-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ9895
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2009
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman en Ilsink
- Zaaknummer
08/00583
- Conclusie
A‑G Jörg
- LJN
BJ9895
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ9895, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ9895, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2009
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van tachtig uren wegens het voorhanden hebben van een geweer en kogelpatronen.
De verdachte wordt in het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat de namens hem aangevoerde klacht niet is een middel in de zin van de wet.
Het middel van de A‑G bij het hof bevat de klacht dat het hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, aan het door hem geconstateerde vormverzuim het rechtsgevolg van bewijsuitsluiting heeft verbonden.
Het hof had in den brede betoogd dat het optreden van de politie in het vooronderzoek onrechtmatig was omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.