NJB 2009, 1436
HR, 07-07-2009, nr. 08/00157
HR 07-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI2307
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juli 2009
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Ilsink, De Hullu, Thomassen en Groos
- Zaaknummer
08/00157
- Conclusie
A‑G Vellinga
- LJN
BI2307
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI2307, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI2307, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2009
- Wetingang
Essentie
Ontnemingszaak (€ 135)
Het hof had op het bedrag der ontneming wegens ‘soortgelijke feiten’ in mindering gebracht het bedrag dat weliswaar door soortgelijke feiten verdiend was door de verdachte, maar welke feiten waren verjaard.
Het middel van de A‑G bij het hof bevat de klacht dat die vermindering ten onrechte had plaatsgevonden.
Het middel is terecht voorgesteld waartoe de Hoge Raad overweegt:
‘2.4 Aan het oordeel van het Hof ligt de opvatting ten grondslag dat ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ter zake van ‘soortgelijke feiten’ zoals bedoeld in art. 36e, tweede lid, Sr niet mogelijk is, indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.