NJB 2009, 1065
HR, 21-04-2009, nr. 07/13046 P
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG4270
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, Balkema, De Savornin Lohman, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/13046 P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BG4270
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG4270, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑04‑2009
- Wetingang
Sr art. 36e; Sr art. 225; Sv art. 511b; EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Het gerechtshof had de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen. Daartegen richt zich het middel van de A‑G bij het hof. De vordering was gebaseerd op de overtreding van art. 225 Sr (valsheid in geschrift) die aan de verdachte niet als afzonderlijk misdrijf was ten laste gelegd maar tot op zekere hoogte wel als onderdeel van overtreding van art. 140 Sr: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Juist alleen van dit onderdeel van het aldus ten laste gelegde was de verdachte vrijgesproken. Het hof overwoog voorts: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.