NJB 2009, 720:HR, 10-03-2009, nr. S 08/01151 H, nr. S 08/01152 H, nr. S 08/01153 H, nr. S 08/01154 H, nr. S 08/01156 H, nr. S 08/01157 H

NJB 2009, 720

HR, 10-03-2009, nr. S 08/01151 H, nr. S 08/01152 H, nr. S 08/01153 H, nr. S 08/01154 H, nr. S 08/01156 H, nr. S 08/01157 H

Documentgegevens:

HR 10-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH5418

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 10 maart 2009
Magistraten: Mrs. Corstens, De Savornin Lohman en Splinter-van Kan
Zaaknummer: S 08/01151 H
S 08/01152 H
S 08/01153 H
S 08/01154 H
S 08/01156 H
S 08/01157 H
Conclusie: A-G Vellinga
LJN: BH5418
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2009:BH5418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH5418, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑2009
Wetingang: Sv art. 457; Vw art. 67; Vw art. 68

Uitspraak

Herzieningszaken.

De aanvrager was door de Politierechter telkens omdat hij als vreemdeling in Nederland verbleef, terwijl hij wist dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenst vreemdeling was verklaard, veroordeeld tot gevangenisstraffen van

(1): drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk,
(2): vier maanden,
(3): zes maanden,
(4): zes maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk en
(5): drie maanden. Ook was er nog een arrest van het gerechtshof waarbij de aanvrager om dezelfde reden in hoger beroep tot drie maanden gevangenisstraf werd veroordeeld.

Al deze beslissingen waren onherroepelijk geworden.

Bij beschikking van 3 augustus 2007 (na de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.